Last Friday, I was sketching these shops and houses in the Zandstraat in Culemborg. After I had made the first lines, a man walked up to me and asked me what I was doing – to be honest, he was a little bit suspicious. It appeared he was the owner of a barber shop, seen on the right of my sketch. We talked a while about my drawing business and his barber business (not so good due to corona, of course), and he walked back to his shop. After a while, he invited me to have a cup of coffee when I would have finished my sketch, sent out his son to offer me a chair – to make a long story short: I got a nice haircut (if you know how much hair I have, you will understand that I had to pay for just a child’s cut). A next time, I will take the opportunity to draw the interior of the barber shop – a little piece of Istanbul in Culemborg.
Afgelopen vrijdag maakte ik deze tekening van winkels en huizen in de Zandstraat in Culemborg. Ik had nog maar net de eerste lijnen gezet of er kwam een meneer naar me toe om te kijken wat ik aan het doen was – hij was eerlijk gezegd een beetje achterdochtig. Het bleek dat hij de eigenaar was van de kapperszaak rechts op de tekening. We praatten een tijdje over mijn tekenbusiness en zijn kappersbusiness (niet zo goed vanwege corona, natuurlijk) en hij wandelde weer terug naar zijn zaak. Na een tijdje, nodigde hij me uit voor een kopje koffie zodra ik mijn tekening klaar zou hebben, stuurde hij zijn zoon naar me toe met een stoel – lang verhaal kort: ik eindigde op de kappersstoel met een vers gekapt koppie (wie weet hoeveel haar ik heb, zal begrijpen dat ik slechts een kindertarief hoefde te betalen). Een volgende keer zal ik van de gelegenheid gebruik maken om het interieur van de zaak te tekenen – een stukje Istanbul in Culemborg.